Slapend dienstverband. Eindelijk duidelijkheid(?)
Slapend dienstverband in beginsel in strijd met goed werkgeverschap
Een ‘slapend dienstverband’ is een dienstverband waarbij een langdurig arbeidsongeschikte werknemer niet meer werkt en geen loon meer krijgt, maar de werkgever de werknemer toch in dienst houdt met als (enige) reden dat daardoor de wettelijke transitievergoeding niet hoeft te worden betaald. De wettelijke transitievergoeding is de ontslagvergoeding waarop een werknemer recht heeft als hij ontslagen wordt na een dienstverband van 2 jaar of langer.
Rechtbank Limburg heeft afgelopen april aan de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld over ‘slapende dienstverbanden’. Moet een werkgever akkoord gaan met het voorstel van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer om zijn dienstverband te beëindigen onder betaling van de wettelijke transitievergoeding?
Vandaag, 18 september 2019, heeft advocaat-generaal De Bock de Hoge Raad hierover geadviseerd.
De advocaat-generaal is van mening dat een werkgever in beginsel verplicht is om op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, een ‘slapend dienstverband’ te beëindigen onder betaling van een bedrag ter hoogte van de transitievergoeding.
Sinds er een wet is waarin is geregeld dat werkgevers door het UWV worden gecompenseerd voor betaling van de transitievergoeding aan een langdurig arbeidsongeschikte werknemer, gaat het argument dat een werkgever op hoge kosten wordt gejaagd, niet meer op. Bovendien is duidelijk dat de wetgever af wil van de slapende dienstverbanden. Op grond daarvan brengt de eis van goed werkgeverschap met zich mee dat een werkgever een werknemer niet in een slapend dienstverband mag houden, met als enige reden om de betaling van de transitievergoeding te ontlopen.
Op de werkgever rust dus de verplichting om, op verzoek van de arbeidsongeschikte werknemer, het ‘slapende dienstverband’ te beëindigen, met betaling van een bedrag ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding. Dit kan anders zijn als de werkgever gerechtvaardigde belangen heeft om de arbeidsongeschikte werknemer toch in dienst te houden, bijvoorbeeld als er een reëel uitzicht is op re-integratie.
Uitspraak Hoge Raad
De advocaat-generaal heeft advies uitgebracht. Het is nog niet bekend wanneer de Hoge Raad uitspraak doet.
Bron: Rechtspraak